Van alle energiebesparende technieken is het gebruik van de warmtepomp verreweg het meest populair. De warmtepomp zorgt voor de omzetting van energie naar een bruikbaar temperatuurniveau voor koeling of verwarming of een combinatie daarvan.
Warmtepompen onttrekken laagwaardige warmte aan hun omgeving (de bron) en waarderen deze energie op (de omzetting) tot een bruikbaar temperatuurniveau van maximaal 60°C (de afgifte). De warmtepomp wordt meestal aangedreven door elektriciteit en maakt gebruik van compressie om de laagwaardige warmte om te zetten naar hoogwaardige, bruikbare temperaturen. Deze energie kan worden gebruikt voor verwarming van ruimtes en voor een warm tapwatervoorziening.