Het open, zogenoemde Aquifer systeem kent een onttrekkingsbron en een infiltratiebron (doubletsysteem). Grondwater wordt vanaf grotere diepte opgepompt. De warmte wordt via een warmtewisselaar uit het grondwater onttrokken. Daarna wordt het afgekoelde water weer geïnfiltreerd in de aardbodem. De warmtepomp zet de verkregen laagwaardige warmte om in een temperatuur die voor afgifte geschikt is.
In de zomer werkt het systeem in omgekeerde richting en zonder tussenkomst van de warmtepomp. Warmte van het gebouwcircuit wordt aan het grondwater afgegeven.
Voordeel van het open systeem is het hogere piekvermogen. Dat kan bij industriële processen interessant zijn. Nadeel is het regelmatig onderhoud aan de bronnen; de onderhoudskosten zijn daardoor hoger dan bij een gesloten bronsysteem. Bovendien is voor de aanleg van een open systeem een vergunning volgens de Grondwaterwet nodig.